De garnaal heeft een lengte van ongeveer 5 tot 7, maximaal 9 centimeter en luistert ook wel naar de naam Grijze garnaal of Crangon crangon. Het beestje is te herkennen aan zijn grijze of bruine kleur met onregelmatige vlekjestekening. Garnalen kunnen echter ook van kleur veranderen om zich aan te passen aan de ondergrond. Hiermee maakt hij zich vrijwel onzichtbaar.
De kustwateren met een zanderig tot slibberige ondergrond is de plek waar de garnaal met name te vinden is. In de nachtelijke uurtjes doorzoekt hij hier de bodem op zoek naar voedsel. Overdag graaft hij zich in zodat alleen zijn ogen en voelsprieten uitsteken. Garnalen zijn echte alleseters. Zo eet het beestje zowel plantaardig voedsel als prooidieren, als borstelwormen.
Mannelijke garnalen zijn eigenlijk alleen in hun jeugdstadium een mannetje. Nadat ze een keer geslachtsgemeenschap hebben gehad veranderen ze in een vrouwtje. De vrouwtjes leggen een paar keer per jaar eitjes, welke ze gedurende een paar maanden met zich meedragen aan het achterlijf. Wanneer de garnalen bijna zover zijn om eitjes te leggen, zijn ze gevoelig voor temperatuurschommelingen. Daarom beginnen zij ook als eerst aan de trek richting de zee. Hier legt de garnaal 2.000 tot 12.000 eitjes per keer.
Er zijn in totaal zo’n 1950 verschillende garnalensoorten te ontdekken. 300 hiervan worden gebruikt voor consumptie. Voordat ze bij u op het bord terecht komen worden ze eerst door een visser aan boord gehaald. Lees meer over de garnalenvisserij.
Een garnaal is een beetje zoetig en heeft een uitgesproken smaak. Neem zelf de proef op de som en verwerk de garnalen in diverse heerlijke recepten!
